Drugs & medicijnen
Drugs zijn er in twee soorten, namelijk de drugs die op recept van apotheek en arts worden verstrekt en drugs waarvoor dat niet geldt. Omdat we met kleureneconomie onze leveranciers kritisch zullen bezien, geldt voor alle drugs hetzelfde.
Essentieel bij kleureneconomie is de kringloop. Veel drugs zijn chemisch: ontwikkeld in laboratoria, uitgetest in klinische centra en geproduceerd in petrochemische fabrieken. Ze zijn erg energie-intensief om te produceren, net als de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Erg rode drugs dus, zogezegd.
Ook de levenscyclus van deze stoffen is erg onduidelijk. Ons drinkwater staat erom bekend dat het is vervuild met hormoon-achtige stoffen. Staatssecretaris van Geel maakt er zich in Elsevier (5 juli 2005) ernstige zorgen over. Het Britse drinkwater bevat inmiddels al Prozac, een krachtig anti-depressiemiddel. Chemische drugs zijn mooie voorbeelden van blauw. Tenzij is aangetoond dat ze al in het lichaam worden afgebroken tot algemeen voorkomende, ongevaarlijke stoffen zijn ze 100% blauw. De productie is dus, in kleureneconomie, al per definitie uit balans. Omdat ook het winstmotief wegvalt komt de ruimte vrij voor de geneesmiddelen die louter op natuurlijke basis worden gemaakt, door eenvoudige bereiding uit kruiden en planten.
Deze biologische teelt van medicijnen is, in kleureneconomie, veel voordeliger. Planten zijn eenvoudig zelf te telen en kosten dus vrij weinig Rood. Als we zelf geen chemische trucs uithalen met de extracten ga ik er, wellicht onterecht, vanuit dat de stoffen net zo makkelijk afbreken als dat we ze produceren. Of ze op de blauwberg komen is alleen nog afhankelijk van ons eigen wc-gedrag en niet zozeer van de chemische aard van de stof.