Anders dan bij voeding zullen we van veel energiebronnen nooit weten hoeveel energie de vorming heeft gekost. Dit geldt met name voor minerale producten die uit de aarde worden gewonnen. Gelukkig geeft tabellenboek Binas gewoon de exacte verbrandingswaarde per liter. De waarde is met een andere tabel teruggerekend tot de energie per 100 gram product. Voor benzine een ongebruikelijke maat want we rekenen nu nog per liter, maar dat went vanzelf. Trouwens, voor veel stoffen kun je gewoon zeggen, 1 liter = 1 kilo. Zet de fles maar op de weegschaal.

SchaalVoorbeelden van brandstoffenRood
1
2
3turfR 3/8
4houtR 4/8
5bruinkool, spiritusR 5/8
6methanol, ethanolR 6/8
7alcohol, steenkoolR 7/8
8
9aardgasR 9/8
10benzine, butaan, olie (referentie TOE)R 10/8
11acetyleen, propaanR 11/8
12
13
14dieselR 14/8

Bijzonder om te zien is hoe onze dagelijkse brandstoffen veel energierijker zijn dan zonnebloemolie uit schaal 8. Ook zien we in dat de Zweden, die op vakantie op spiritus branden, inderdaad veel langer op hun maaltijd moeten wachten. Het populaire merk Campingaz levert butaan en tegenwoordig ook nog krachtiger propaangas. Vrachtwagenchauffeurs en zakelijke rijders zullen de kracht van diesel snel herkennen. Het enorme vermogen van deze brandstof is bijna het dubbele (14/8) van zonnebloemolie. In euro’s is diesel goedkoper dan benzine, in Rood is diesel 40% duurder.

De waarde voor olie in schaal 10 is gebaseerd op een andere standaard, de Ton of Oil Equivalent (TOE). Dit is een industriestandaard van 41,868 GJ per ton. Dit komt overeen met 1,23 maal de energie in 1000 kg zonnebloemolie. Een schaal van 10 gebaseerd op deze TOE -standaard zou nagenoeg dezelfde uitkomst hebben gehad als de gepresenteerde standaard op basis van zonnebloemolie. Het verschil is slechts 2%. Dat betekent dat alle producten in dezelfde schaal zouden vallen als bij de zonnebloemolie-index.

Een nauwkeuriger schaal is mogelijk door met name de groenten uit schaal 1 op te splitsen in groenten tot 1/8, 1/16 en 1/32 van de index. Het is de vraag of dit zinvol is en omdat het alleen maar extra complexiteit geeft, is dit achterwege gelaten. We mogen al blij zijn als we het verschil tussen rood, groen en blauw uitgebeeld krijgen en er ook in slagen de energierijke producten te splitsen van de energie-arme. Om energie-arme producten te splitsen van nog-energie-armere lijkt op dit moment niet relevant en is dus het extra rekenwerk niet waard.